In 2020 draaien de Open Monumentendagen rond het thema kleur. In interieurs, op gevels of in de openbare ruimte zijn kleuren alom-tegenwoordig. Ze sieren het Brusselse erfgoed en de stad en verfraaien onze dagelijkse leefomgeving.

In 1913 werd het Pathé Palace gebouwd volgens de plannen van architect Paul Hamesse. Opdrachtgever was Les Grands Palais d’Attractions Pathé Frères. In het gebouw werd de eerste bioscoopzaal van het type brasserie-concert in Brussel gevestigd. Met een capaciteit van 2.500 personen combineerde het complex een bioscoop, een music-hall en een muziekcafé. Het duurde niet lang of het beschikte over vier bars en een wintertuin. De gevel van het gebouw heeft een met festoenen versierde bekroning en een centrale erker geflankeerd door massieve pilasters. Hoewel het in 1950 werd verbouwd onder leiding van architect Rie Haan bewaarde het interieur een rijk decor van polychrome schilderingen en verguld houtsnijwerk in de stijl van de Wiener Sezession. Zo hebben de pijlers in de foyer, die een mezzanine ondersteunen, antropomorfe kapitelen. Na de gloriejaren als succesvolle schouwburg was in het gebouw tussen 1973 en 1990 een winkel in elektrische huishoudtoestellen gevestigd. De klanten parkeerden hun auto’s toen in de filmzaal zelf! In 1999 kreeg het Pathé Palace zijn culturele bestemming terug en werd het omgedoopt tot Kladaradatsch. Tussen 2002 en 2004 nam het Nationaal Theater van België er even zijn intrek maar pas in 2018, na jarenlange onzekerheid, werd het gebouw opnieuw een bioscoop. Vandaag beschikt bioscoop Palace over vier filmzalen met een zeer gediversifieerde programmatie. Er worden ook evenementen georganiseerd en in 2018 werd een bar geopend. (beschermd – 27/03/1997)

Gids ter plaatse. Met de medewerking van Arkadia.